‘Ik vind een koe buiten fantastisch mooi’

Wilbert Hendriks – Melkveehouder in Leur
Trots en enthousiast praat Wilbert Hendriks over de dieren en zijn bedrijf. Groter worden hoeft niet, wel de dingen nog beter gaan doen: meer dierenwelzijn, een langer leven voor de koeien. En ook: een net wat beter belegde boterham, en tijd om af en toe te sporten of uit te gaan. Zijn ultieme droom: de beesten weer terug in de wei.
Maatwerk
Het onderwerp ‘koe in de wei’ houdt Wilbert erg bezig. Momenteel houdt hij zijn koeien in een ruime ligboxenstal. De koeien kunnen daarin vrij bewegen. ‘De nieuwe stallen zijn ruimer opgezet zodat de dieren elkaar kunnen ontwijken en ook de niet dominante dieren aan hun trekken komen’.
De Afzender
Wilbert is de 3e generatie die boert op dit stuk land in het uiterste hoekje van Leur. Het bedrijf is opgericht in 1924. Oorspronkelijk een gemengd bedrijf met varkens, koeien en akkerbouw. De koeien voor de melk, de varkens voor het vlees en de akkerbouw in dienst van de veehouderij. De akkerbouw is later afgesplitst en overgenomen door Wilbert’s oom. De oude kringloop functioneert nog steeds: oom teelt mais voor de koeien van Wilbert, die op zijn beurt mest terug levert aan zijn oom. Op het moment is het bedrijf puur een melkveehouderij. Met 110 koeien net iets groter dan het gemiddelde melkveebedrijf in Nederland. Wilbert werkt hoofdzakelijk alleen. Hij heeft een werknemer voor 10 uur in de week. Ook zijn vader helpt vrijwel dagelijks.
De beesten komen niet buiten. Met uitzondering van de ‘droge’ koeien die binnenkort gaan kalven, beweging is goed en zij worden niet gemolken. Aangezien een melkkoe ieder jaar een kalf krijgt, is elke koe ongeveer 2 maanden per jaar buiten.Tot 5 jaar geleden liepen de koeien buiten. Omdat Wilbert veel alleen werkt, heeft hij gekozen om de dieren voornamelijk binnen te houden. ‘Binnen kan ik constanter werken en daardoor gemakkelijker mijn boterham verdienen’. Het blijft echter knagen. Ook vanuit de maatschappij en Friesland Campina wordt een steeds groter belang gehecht aan de zogenaamde ‘weidegang’. Vandaar de overweging om de koeien in twee groepen in te delen: De koeien die net gekalfd hebben blijven binnen. Zij zijn op de top van hun melkproductie, en dan is een uitgebalanceerd rantsoen van groot belang. De andere groep wordt gevormd door koeien die verder in de lactatie-cyclus zijn. Zij produceren minder melk, en dat geeft ruimte om hen naar buiten te laten gaan.
‘Een koe in de wei hoort bij het landschap’
‘Ik praat graag over mijn bedrijf maar er is ook nog iets anders dan koeien’
Wilbert heeft ambities op het gebied van optimalisatie. ‘Meer, meer, groter, groter’ past niet bij hem. Een speerpunt voor de komende jaren is ‘Levensduurverlenging’ De gemiddelde leeftijd van een melkkoe in Nederland is 5 jaar. Omdat een koe vanaf 2 jarige leeftijd melk gaat geven, betekent dit dat de koe gemiddeld maar 3 productieve jaren heeft. Uitval kan verschillende redenen hebben. Klauwproblemen, uierproblemen, en onvruchtbaarheid zijn belangrijke onderwerpen. Met het verlengen van de leeftijd komen de doelstellingen voor dierenwelzijn en economie samen: Een gezonde koe leeft langer en geeft tijdens haar langere leven dus meer melk. Daarnaast hoeft er minder jongvee aangehouden te worden. Ook Friesland Campina richt de aandacht de komende jaren op het verlengen van de levensduur.
‘je kunt een koe echt wel wat leren’
Wilbert heeft aanschaf van de melkrobot overwogen. Robotmelken is een systeem waarbij de koe drie keer per dag, in haar eigen ritme zelf naar melkrobot loopt. Koeien snappen dit over het algemeen snel: ‘Koeien wennen er sneller aan dan boeren’. Uiteindelijk is de keuze toch niet op de melkrobot gevallen. ‘Een robot leidt tot een 24-uurs bedrijf. Dat moet bij je passen’. Wel heeft hij geïnvesteerd in een grotere melkstal en melkt twee keer per dag.
Wel heeft Wilbert geïnvesteerd in een grotere melkstal en melkt twee keer per dag. Met deze melkstal bespaart hij veel tijd: in plaats van twee keer drie uur is hij nu twee keer anderhalf uur aan het melken. ‘s Avonds trekt hij de stal deur bij -wijze van spreken- dicht en is hij in principe tot de volgende ochtend vrij. Bij de robot gaat het 24 uur per dag door en kan er ook altijd iets aan de hand zijn.
‘Je moet er bewust mee omgaan’
Wilbert wil niet omschakelen naar een biologische bedrijfsvoering. Dat is complex en langdurig proces. Ook in de ‘gangbare’ melkveehouderij zijn veel ontwikkelingen op het gebied van milieu en dierenwelzijn. In vergelijking met tien jaar geleden worden er vrijwel geen bestrijdingsmiddelen meer voor het gras gebruik en het preventief gebruik van antibiotica is ver teruggedraaid. De rol van de dierenarts verandert ook. Problemen voorkomen is belangrijker dan oplossen.
‘Elke koe, daar zit een verhaaltje aan’
De melkveehouderij past bij Wilbert. ‘Je krijgt een band met de dieren’. De koeien hebben allemaal namen. Wilbert’s vader kende iedere koe nog bij naam, dat lukt nu niet meer maar de band is er zeker.
Via de halsband met transponder die alle koeien dragen, is van elk individueel dier veel bekend: natuurlijk de melkproductie maar ook informatie over gezondheid en weerstand. Op basis van de individuele gegevens wordt maatwerk geleverd. Per koe wordt vastgesteld wat de dagelijkse hoeveelheid krachtvoer moet zijn, of het gebruik van antibiotica nodig is en wat het optimale sperma is om de beste kalfjes te krijgen.
Koeien eerst
De leveringsverplichting aan Friesland Campina legt beperkingen op aan het lokaal vermarkten van de melk. Zelf de melk verwerken mag, maar melk leveren aan derden niet. Wilbert heeft geen website, boerderijwinkel, educatieprogramma of Bed & Breakfast. Het lijkt hem erg leuk om te verbreden, daar zou hij eerder voor kiezen dan voor uitbreiden van het aantal koeien. Zolang hij
alleen woont en werkt is verbreding geen optie: al zijn energie gaat in het optimaliseren van de melkveehouderij.
‘Mijn vader beurde vroeger dezelfde melkprijs als ik nu, terwijl de kosten misschien de helft waren’
‘De kapstok hangt steeds voller’
Het leven van melkveehouder bevalt erg goed. Buiten bezig zijn met de dieren. ‘Het is ook heel breed: in een week praat je soms met de dierenarts, de accountant en de bank’. Alle aspecten van het bedrijf spreken hem aan. De dieren, het gras, het voer, de kalfjes, het melken en de melk.
Op alle onderwerpen is constante verbetering mogelijk. Samen met een studieclub houdt Wilbert zich op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.
De sector kent veel regels. Met name de mestproducerende bedrijven hebben daarmee te maken. In de melkveehouderij komt het neer op 2 koeien per hectare. Wilbert komt 15 hectare tekort en heeft contracten met boeren die geen mest produceren. Hij kan daar een gedeelte van zijn mest brengen. De Nederlandse en Europese overheden bepalen veel en ook Friesland Campina geeft richtlijnen en regels. ‘Vroeger noemden ze het een vrij beroep. Dat wordt steeds minder. Het wordt steeds moeilijker om binnen de kaders toch nog een boterham te verdienen’. De kostprijs gaat omhoog door het groeiend aantal regels en de melkprijs volgt meestal niet. De vrijheid van de ondernemer blijft gelukkig wel bestaan. ‘Het blijft aan de ondernemer om het binnen de kaders zo in te richten dat het werkt’.
Thonia 162
Wilbert heeft een heel oude koe. Ze heet Thonia 162 en is 15 jaar. Deze dame is een aantal jaar geleden de magische 100.000 liter grens gepasseerd en is nu hard op weg om de 10.000 kilo eiwit en vet productie te halen. Ze is te vinden in een heerlijk strohok: ‘We leggen haar letterlijk en figuurlijk in de watten’. Toen Piet ‘Kaas’ Hendriks in 2007 stopte met melken, heeft Wilbert haar en een aantal andere koeien overgenomen. ‘Thonia 162 valt eigenlijk niet op. Ze heeft geen problemen en mankeert nooit wat’. Bescheiden en onopvallend. Maar inmiddels is Thonia de meest opvallende koe van de stal.
December 2015
Tekst: Anneke Bode en Carolien Guelen
Fotografie: Ton Rothengatter

